Twee weken stage waren voldoende om het hart van projectleider Jan Rijcken oranje te doen kleuren. Al speelde hij wel nog eventjes hard to get. Maar intussen viert hij toch maar mooi zijn tiende jaar bij Driesen. Eerst als werfleider en daarna als projectleider. Van starter met een klein hartje tot opbouwer pur sang, klaar om ons visitekaartje af te geven: Jan vertelt je wat een dag bij Driesen voor hem zo speciaal maakt.
“Goeie vibe”
14 dagen. Zo lang duurde de eerste kennismaking met Jan. Als jongen uit de buurt, bezig aan zijn tweede jaar van zijn hogere studies, klopte hij bij ons aan voor zijn stage.
“Ik voelde hier meteen een goeie vibe hangen, dus dat zat al meteen goed. Twee weken lang ben ik op pad geweest met Peter Cardinaels, die op dat moment nog projectleider was. Ik holde vooral mee van vergadering naar vergadering en mocht af en toe iets voor hem uitrekenen. Zolang ik maar geen fouten maakte (lacht).”
“Op dat moment zag ik al dat ze bij Driesen veel verder gingen dan de traditionele bouwprojecten. Er kwam altijd wel iets speciaals bij kijken. Dat vond ik toen al geweldig. Toch besloot ik om mijn stage een jaar later ergens anders te doen. Net als mijn eerste officiële werkervaring.”
“Wilt ge toch niet eens komen praten?”
“Tot ik een jaar later telefoon kreeg van Peter. Of ik interesse had om eens te komen praten. Na lang twijfelen, durfde ik toch nog niet van werkgever veranderen. Een jaar later, na een nieuw telefoontje, was het toch prijs (lacht).”
“Op 15 oktober – ik herinner me het nog levendig – keerde ik terug naar Driesen. De eerste dagen zat ik naast toenmalig zaakvoerder Paul Driesen op het bureau. Niet veel later volgde mijn eerste project als werfleider-projectleider. De tweede fase van een nieuw rusthuis in Neerpelt, op dat moment een van de grotere projecten.”
“Een pittig project dat veel coördinatie vereiste en met korte uitvoeringstermijnen. Op de eerste vergadering werd ook duidelijk dat het meteen vollen bak zou zijn. Toen wist ik: nu is het voor echt.”
“Maar opnieuw nam Peter mij op sleeptouw. Hij maakte me duidelijk dat het mijn werf was, dat ik de zaken moest regelen. Zo niet, zou er niks van komen. Hij vertelde me dat fouten onvermijdelijk zijn. Maar ook dat niemand afgerekend wordt op de fouten zelf, alleen op hoe we ermee omgaan.”
“Van ’s morgens tot ’s avonds was ik aanwezig op die werf. Peter kwam nooit mijn handje vasthouden, maar hij kwam ook nooit met de zware hamer naast me staan. Da’s gewoon Driesen. Initiatief nemen is key, als je een oplossing klaar hebt, ben je half vertrokken.”
“De eerste 8 à 9 jaar ondergaan”
Waar haalt Jan zijn grootste voldoening uit op de werf? “Als werfleider gaf het me heel veel energie om mijn collega’s te zien toewerken naar eenzelfde doel. Als projectleider is dat ook zo, maar daar moet je ook jouw creativiteit tonen op een andere manier. Daar gaat het meer om oplossingen voorstellen, zien dat de trein niet stopt.”
“Het belangrijkste is om jezelf te blijven uitdagen. De rest moet je aan den lijve ondervinden. Toen ik hier begon, zeiden ze me: De eerste 8 à 9 jaar, moet je de dingen gewoon ondergaan. Daarna valt alles stilaan in zijn plooi. En zo is het eigenlijk ook wel (lacht).”
Trotse Lommelaar
Als geboren en getogen Lommelaar is Jan vandaag nog altijd het meest fier op de bouw van het nieuwe cultuurcentrum in zijn thuisstad. Toen ik op de Internetgazet van Lommel zag staan dat wij de werken zouden uitvoeren, had ik mij meteen aangeboden als projectleider. Met succes.”
“Het is in mijn ogen de meest complexe werf die we bij Driesen al gekend hebben. Zowel stabiliteitstechnisch, architecturaal, budgettair als naar opleveringstermijn toe. Maar falen was absoluut geen optie in mijn eigen Lommel.”
“We hadden er alles aan gedaan om binnen de deadline op te leveren. Toen we finishten, brak helaas corona uit en moesten we in lockdown. Daar moest ik wel even van bekomen (lacht), maar achteraf maakt dit project me nog altijd even trots.”
Mixen tussen muziek en werken
Ook na de werkdag is Jan nog volop in de weer. Met zijn vriendin en dochtertje, met zijn huis en tuin, maar ook met zijn mengpanelen. “Ik ben altijd dj geweest, maar nu draai ik vooral nog thuis. Housemuziek, dat is mijn genre. En telkens wanneer we met vrienden op skireis gaan, mix ik een playlist met Duitse après-skimuziek in elkaar voor in de auto.”
Maar aan het eind van de rit hangt Jan zijn hoofd toch nog altijd bij de bouw. “Ik ben EPB-verslaggever in bijberoep. Voor mij is dat een pure hobby. Daar geniet ik oprecht evenveel van dan van een uitdagend project bij Driesen of een fles wijn samen met de collega’s na de uren.”